zondag 7 juli 2013

Stockholm Zweeds parlement Helgeandsholmen


De Rijksdag bestaat uit één kamer. Deze telt 349 leden. 310 hiervan worden gekozen in 28 districten, waarna er uiteraard een "minder proportionele verdeling" kan optreden. Om dat effect tegen te gaan worden de overgebleven 39 zetels volgens nationale proporties (zoals in Nederland met alle 150 gebeurt) verdeeld.
  Voor kleine partijen is er echter een drempel: men moet ten minste 4% van de totale stemmen hebben als partij om in aanmerking te komen voor de 39 proportioneel verdeelde zetels. Ook kan men sinds 1998 makkelijker voorkeurstemmen uitbrengen. Men wordt met voorkeurstemmen gekozen als men ten minste 8% van het totale aantal stemmen behaalt dat de partij in totaliteit behaalde. 26% van de Zweedse kiezers bracht in 2002 een voorkeurstem uit, en uiteindelijk kwamen daardoor 10 van de 349 leden met voorkeurstemmen in de Rijksdag.

 In Zweden is de links-rechts opdeling erg belangrijk, zoals in veel andere Europese landen. In het verleden heeft de arbeidersbeweging zich dan ook georganiseerd en is er een sociaaldemocratische partij ontstaan. Deze partij is vanaf 1930 tot midden de jaren zeventig aan de macht geweest, wat overigens niet betekent dat ze altijd een meerderheid hadden. Ze hebben vaak minderheidsregeringen gevormd met bijvoorbeeld de steun van de kleinere linkse partij Vänsterpartiet.

 Waar Zweden in opvalt is het gebrek aan een extreemrechtse politieke partij of een rechtse partij met een "extreem rechtse vleugel". Er zou daar dus theoretisch electoraal nogal wat ruimte liggen. Dat bleek ook het geval toen in 1991 de partij "nieuwe democratie" 7% van de stemmen behaalde. Echter bleek de partij geplaagd door interne conflicten met als gevolg geen zetels in 1994. Toch toonde deze partij aan dat er in Zweden wel degelijk ruimte is aan die kant van het spectrum.
 Groetjes Joke en een fijne dag in Stockholm.